Knolbegonia

Knolbegonia’s hebben harige, bruine knollen. Daaruit groeien zachte, vlezige scheuten met asymmetrische bladeren en bloemen die de hele zomer in opvallende kleuren bloeien. De bloemen van knolbegonia’s doen wat de vorm betreft aan rozen, camellia’s of narcissen denken. Ze bloeien wit, geel, oranje en in alle rode tinten. Een aantal rassen van het grote sortiment bloeit ook tweekleurig.

Knolbegonia’s kunnen naar hun groeiwijze in twee groepen worden ingedeeld, namelijk rechtopgroeiende en hangende begonia’s. Daarbij zijn bij de rechtopgroeiende planten aanmerkelijke verschillen in de grootte van de bloemen te constateren.

Bijzonder grote bloemen kunnen een doorsnee van zo’n 14-18 cm bereiken. Daarnaast wordt er nog onderscheid gemaakt in de vorm van de bloemen. Belangrijke klassen zijn marginata, die door de golvende rand van de bloemen opvalt. Fimbriata betekent dat de bloemen gefranjerd zijn en marmorata dat de bloemen gevlekt zijn. De planten worden 25-50 cm hoog.

Grote bloemen bereiken een doorsnee van ongeveer 10 cm. Wat de vorm van de bloemen betreft, worden de verschillen op dezelfde wijze aangeduid als bij de begonia’s met bijzonder grote bloemen. Verder wordt er binnen deze groep met de namen camelliaeflora, rosaeflora en narcissiflora de gelijkenis met andere bloemen aangegeven. Crispa-marginata betekent dat de enkelvoudige bloemen een gekartelde rand hebben. Deze begonia’s worden eveneens 25-50 cm hoog.

Tot de middelgrote bloemen worden knolbegonia’s gerekend met bloemen die 5-9 cm groot worden. De planten met middelgrote bloemen kunnen ongeveer 20-30 cm hoog worden.

Kleinbloemige knolbegonia’s bereiken een hoogte van 15-20 cm. De bloemen hebben een doorsnee van 2-4 cm.

Hangbegonia’s ten slotte, waartoe ook de Lorraine Groep behoort, hebben 4 tot 6 cm grote bloemen op lange, omlaaghangende scheuten.

Eigenschappen

• Bloeiperiode: Juni, Juli, Augustus, September, Oktober
• Bijzonderheden: Giftig
• Standplaats: Halfschaduw, Schaduw
• Grond: Doorlatend, Vochtig
• Hoogte tot: 50 cm
• Latijns/wetenschappelijke naam: Begonia Tuberhybrida Groep

De standplaats van de Knolbegonia

Alle knolbegonia’s zijn vorstgevoelig en hebben een voorkeur voor halfschaduw. Ideaal voor perken in de halfschaduw zijn alle rechtopgroeiende begonia’s. In balkonbakken op een plaats in de halfschaduw gedijen hangbegonia’s even goed als de rechtopgroeiende planten. In hangpotten en -manden komen de hangende rassen beter tot hun recht.

Onderhoud het jaar rond

Voorjaar	Zomer	Najaar
Plant de knolbegonia’s in de volle grond of in potten op het balkon of terras.	Geef de begonia’s regelmatig water en mest. Verwijder verwelkte bloemen.	Snij de stengeldelen op 5 cm na af en haal de knollen met de eraan hangende aarde uit de grond. Laat de aarde opdrogen, maak de knollen schoon en bewaar ze in de winter op een koele, droge en vorstvrije plaats. Vanaf februari/maart kunt u de knollen binnenshuis voorkweken.

Tips bij het kopen	Tips van de prof	Licht en grond	Problemen
Koop stevige, vaste knollen. De omvang van de knollen zegt niets over de grootte van de bloemen. Koop nooit verschrompelde knollen. Koop in het voorjaar ook geen bloeiende begonia’s; deze bloeien ’s zomers soms niet door.	Verwijder de kleine, vrouwelijke bloemen, zodat de plant meer energie heeft om grote, mannelijke bloemen te ontwikkelen. Als u uw begonia’s opbindt, moet u zacht touw of bast gebruiken en losse lussen leggen.	Halfschaduw. Zon in de vroege ochtend of late middag bevordert de bloei, maar felle middagzon kan de bladeren verbranden. Humusrijke, vochtige grond. Werk compost of turf door de grond voor u knolbegonia’s plant.	Knolbegonia’s kunnen door echte meeldauw worden aangetast. Op de bovenkant van de bladeren en op de stengels verschijnt dan een witte, poederachtige aanslag. Verwijder aangetaste delen direct en behandel (ook de onderkant van het blad) enkele keren met een fungicide.