Zelfs met weinig ervaring is het mogelijk om zelf een mooi gazon aan te leggen met zaad. Het is belangrijk om te letten op de juiste zaaitijd en de nodige zorg. De volgende instructies laten je zien hoe je een gazon kunt inzaaien en leggen – van de voorbereiding tot het afgewerkte oppervlak.
De juiste temperatuur
Zorg ervoor dat het niet te warm of te koud is om het nieuwe gazon in te zaaien voordat je gaat zaaien. De bodem moet warmer zijn dan 9°C. Begin idealiter met zaaien in het voorjaar als er geen vorst meer is en de grond warm genoeg is.
Voordat je het gazon legt, selecteert je eerst het type gazon dat je wilt: Siergazon, slijtvast gazon (sport- en speelveld), schaduwgazon, bloeiend gazon of gerold gazon.
- Siergazon – het zogenaamde Engelse gazon is dicht en groen, maar ook zeer gevoelig voor stress en vereist intensieve verzorging.
- Slijtvast gazon, ook wel bekend als sport- en speelveld, is veerkrachtig en zeer goed bestand tegen betreden.
- Schaduwgras is geschikt voor schaduwrijke of halfschaduwrijke gebieden – onder struiken, bomen of zelfs achter gebouwen.
- Bloeiend gazon is een mengeling van bloeiende weiden waarop zich na enkele weken een kleurrijk scala aan bloemen ontvouwt.
- De grasmat is bijzonder geschikt als snelle oplossing.
Het aanleggen van een mooi gazon doe je in de Lente
Maart en april bieden de beste klimatologische omstandigheden voor de nieuwe aanleg van een gazon. De bovengrond moet minstens 15 cm dik zijn. Om ervoor te zorgen dat het nieuwe gazon groeit en bloeit, graaft je de grond 20 cm diep met een spade, een graafvork of een motorhak.
Verwijder dan onkruid, stenen en wortelresten. Wees voorzichtig met het wieden van het onkruid, zodat je later minder werk heeft en het gazon de beste groeiomstandigheden heeft. Gebruik deze stap van de handleiding ook om zware, leemachtige grond met 2 m³ rivierzand/kwartszand per 100 m² los te maken of om 8 tot 10 liter basthumus per m² te bewerken in lichte, zanderige bodems.
Opmerking: Alle gronden worden onafhankelijk van elkaar voorbereid met 10 liter gazongrond per m². Laat de grond twee tot drie weken rusten, indien mogelijk na het losmaken, voordat je de zaden in de grond legt.2
Egaliseer het gazon en controleer het kalkgehalte
Na het losmaken van de grond egaliseert je het toekomstige gazon met een hark en een gazonrol om waterverzadiging te voorkomen. Voor kleine oppervlaktes is een bord ook geschikt voor dit doel. Zorg ervoor dat de grond in stukken van minder dan 1 cm wordt gebroken en controleer vervolgens het kalkgehalte met een bodemtest. Als de pH-waarde lager is dan 5,5, verbeter dan de grond met gazonkalk (ca. 5 kg/100 m²).
Om een stevige gazonrand te creëren, maakt je met het handvat van de hark een kleine sloot langs de randen van het gebied. In deze greppel leg je meer zaden dan op de rest van het gebied en vervolgens geef je de bodem goed water.
Tip: Werk gazonbemesting (ca. 30 tot 40 g/m²) in de grond een week voor het zaaien.
Zaaien van de gazonzaden
Kies bij het inzaaien van de gazonzaden (ca. 25 tot 50 g/m²) voor een dag met zo weinig mogelijk wind. Een strooiwagen maakt je werk makkelijker. Je kunt de zaden ook met de hand verspreiden. Zorg er bij het zaaien voor dat je de graszaden gelijkmatig zaait. Je kunt dit doen door de zaden te mengen met ongeveer dezelfde hoeveelheid zand of goede, onkruidvrije tuingrond. Halveer vervolgens de zaaihoeveelheid en zaai eenmaal in de lengte en eenmaal in de dwarsrichting.
Om er zeker van te zijn dat er niets wordt weggeblazen, harkt je het zaad meteen daarna voorzichtig met de hark totdat het bedekt is met een dun laagje grond. Om te voorkomen dat de grond na het zaaien te veel zakt en oneffenheden vertoont, moet je de grond opnieuw egaliseren. Gebruik ook hier de gazonrol of een lange plank.
Het besproeien je nieuwe gazon
Vervolgens besproeit je de grond van het nieuw aangelegde gazon met een fijne sproeier of sproeier. Zorg ervoor dat er geen plassen ontstaan. Houd het gazon de eerste drie tot vier weken vochtig. Na 8 tot 15 dagen zullen de eerste stengels ontkiemen en na ongeveer drie weken zullen alle zaden zijn ontkiemd.
Tip: Zorg ervoor dat je je gazon ’s morgens en ’s avonds regelmatig besproeit, vooral tijdens droge periodes.
Houdt je gazon mooi door op tijd te maaien
Je kunt het eerste grasmaaien of maaien beginnen op een hoogte van 8 tot 10 cm. Daarna maai je het gras terug tot een hoogte van 5 cm. Laat siergras nooit hoger groeien dan 4 tot 6 cm en maai het gras dan terug tot 2 tot 3 cm. Maai het gazon wekelijks indien mogelijk. Slijtvaste, speel- en sportgazons mogen een hoogte van 3 tot 4 cm behouden. Op schaduwrijke plekken mag de maaihoogte van je schaduwrijke gazon echter niet minder zijn dan 5 cm.
Bemesting van je gazon
Als het gazon niet als mulchmateriaal wordt achtergelaten, moet je het gazon regelmatig bemesten met een speciale gazonmeststof. Dit gebeurt met behulp van een strooier in zowel lengte- als dwarsrichting, maar nooit op vers gemaaid gazon. Naast voedingsstoffen heeft je gazon ook voldoende water en lucht nodig. Verwijder daarom eind maart de viltlaag van mossen en dode plantendelen.
Als je je gazon regelmatig bemest, kalkt, maait en verticuteert, zult je lang genieten van je zelfgemaakte gazon.
