De instructies laten je zien hoe je wandpanelen met clips in vier stappen kunt plaatsen. Je leert onder andere over de onderconstructie en de isolatie van de bekleding.
Hoe worden de wandpanelen geplaatst?
Om wanden te voorzien van panelen heb je een onderconstructie van houten latten nodig om de panelen aan vast te maken. Als je de wand extra wilt isoleren met isolatie tegen hitte of geluid, breidt je de constructie uit met tegenlatten.
De afzonderlijke panelen worden vervolgens met bevestigingsclips en messing en groef aan de onderconstructie bevestigd. Zodra de wand- of plafondpanelen zijn geïnstalleerd, kunt je decoratieve strips bevestigen en gaten voor stopcontacten, schakelaars, lampen of andere installaties uitzagen.
Wanden met panelen hebben veel praktische voordelen en zorgen voor een warme, huiselijke sfeer. Bovendien kunt je achter een plafond en wandbekleding lelijke muren, oud behang, elektrische installaties en verwarmingsbuizen laten verdwijnen. Dit maakt de installatie van panelen ook geschikt voor renovatiewerkzaamheden.
Verdere voordelen: De bekleding met panelen heeft een geluidsabsorberend effect en is daarom bijzonder geschikt voor ruimtes met een goed gehoor. Je kunt ook warmte-isolerend materiaal onder de panelen plaatsen, zodat de bekleding de leefruimte helpt isoleren. De warmte-isolatie bespaart verwarmingskosten en dus geld – vooral wanneer de panelen worden gebruikt om het plafond te verlagen.
Tip: Let bij de keuze van de juiste panelen ook op de breedte. Meet de oppervlaktes van de toekomstige wandbekleding en kies panelen met een breedte die het mogelijk maakt om het hele oppervlak te bedekken zonder al te veel verspilling aan het eindstuk. Knip indien nodig het eerste en laatste stuk van de panelen op maat, zodat je aan het einde geen te kort stuk krijgt.
Montage van de onderconstructie voor panelen
Om je wandpanelen te bevestigen, monteer je eerst een onderconstructie van latten. Schroef de latten verticaal met deuvels aan de muur. De afstand tussen de afzonderlijke constructielatten is afhankelijk van het te monteren paneel. Meestal is de afstand tussen de latten 40 cm.
Markeer de boorgaten op muren en bouwlatten. Boor gaten in de dikte van de gebruikte deuvels. Monteer de latten en controleer de positie van de constructielatten met een waterpas.
Isolatiemateriaal aanbrengen onder de wandpanelen
Als je het plafond of de wandbekleding wilt isoleren, bevestigt je het isolatiemateriaal tussen de latconstructie en de muur. Vervolgens brengt je een PE-folie aan en lijmt je deze strak op de panlatten.
Tegenlatten worden over isolatie en PE-folie aangebracht, zodat er achter de panelen nog voldoende ruimte is voor luchtcirculatie. Dit betekent dat de constructielatten zowel verticaal als horizontaal aan de wand worden geschroefd. Deze installatie creëert vervolgens de vorm van een houten rooster.
Je hebt de onderste latconstructie parallel aan de panelen gemonteerd en de tegenlatten komen nu verticaal boven de panelen. Ook in het gebied boven en onder de stopcontacten zijn bouwlatten nodig.
Alle gangbare minerale en organische isolatiematerialen die bestand zijn tegen bederf zijn geschikt als isolatiemateriaal. De isolatielaag moet minstens 40 mm dik zijn. Kies dezelfde dikte voor de constructielatten.
Opmerking: Het isolatiemateriaal achter de panelen dient overigens niet alleen als warmte-isolatie, maar ook als geluidsisolatie. Het is daarom aan te bevelen om houten plafond- en wandbetimmeringen te installeren, zelfs in ruimtes met een bijzonder goed gehoor.
De combinatie van regelwerk, isolatielaag en gevelbekleding wordt ook aanbevolen voor oude gebouwen waarvan de buitengevel om redenen van monumentenzorg niet mag worden geïsoleerd.
Laat het hout in de kamer acclimatiseren voor een nacht.
Laat het hout voor de installatie van de panelen een nacht in de kamer staan om het te laten acclimatiseren. Om het hout voldoende ruimte te geven om te werken, spijker de panelen niet aan de onderconstructie maar monteer ze met bevestigingsclips. De klemmen worden bevestigd aan de groef van de wandpanelen.
Monteer panelen met bevestigingsclips, tand en groef
Nagel de eerste bevestigingsclip aan de onderconstructie, zodat je het paneel met een afstand van ongeveer 2 cm aan het wandeinde kunt bevestigen. Houd deze afstand als uitzettingsvoeg aan alle randen. Bevestig het eerste paneel zo dat de veer naar het wandeinde wijst. De volgende panelen worden met de tand in de groef van het laatst geplaatste paneel geplaatst en met een klem aan de zijkant van hun eigen groef gemonteerd.
Bevestig ten slotte de eindstrips om de uitzettingsvoegen aan de randen te bedekken.
Maatwerk
Als er contactdozen, lichtschakelaars of lampcontactdozen op het oppervlak van de wandbekleding zitten, zaag dan geschikte openingen in de panelen. Gebruik hiervoor een gatenzaag. Teken de uitsparingen voor het leggen van de panelen.
Contactdozen en lichtschakelaars moeten achteraf worden geïnstalleerd, zodat ze op hetzelfde niveau staan als de panelen. Omdat stopcontacten en schakelaars door de bekleding niet meer vlak met de wand liggen, is het gebruik van geschikte spouwmuurdozen noodzakelijk.
Het is ook het beste om de lamp uitgangen of dergelijke op voorhand te markeren en ze nu uit te zagen. Zorg ervoor dat je geen kabels beschadigt met de boormachine. Idealiter moet je de kabels vooraf vastbinden, zodat ze niet beschadigd raken tijdens het zagen, maar je kunt er toch een goede grip op krijgen.